Preventietip van Brandweer Schinnen

Hoofdpagina

Preventietip : Kleine blusmiddelen en het gebruik ervan.

Preventietips

Kleine blusmiddelen

De onderstaande tekst bevat informatie over de verschillende soorten brand, brandklassen, blusmiddelen en blusstoffen, keuze en gebruik van blusmiddelen voor in huis, aankooptips, en het onderhoud van blusmiddelen.

1 Achtergrond info
1.1 Brandklassen

2 Zelf blussen
2.1 Het principe van blussen
2.2 Hoe blust u een brand?
2.3 Kleine blusmiddelen

3 Draagbare blustoestellen
3.1 Eisen aan draagbare blustoestellen
3.2 Blusstoffen
3.3 Gebruik van draagbare blustoestellen
3.4 Aankooptips

4 Ten slotte

1 Achtergrond info
Een beginnende brand kunt u in veel gevallen zelf blussen. Veel hangt daarbij af van snel en kundig handelen. Een goed functionerend blusmiddel kan u daarbij zeer behulpzaam zijn. Nu zijn er verschillende soorten blusmiddelen te verkrijgen. Maar niet ieder blusmiddel is geschikt voor het blussen van elk type brand. Om nu te weten welk blusmiddel voor welk type brand geschikt is, gaan we daar eerst nader op in.

1.1 Brandklassen
We kunnen branden indelen naar het soort verschijnselen dat wordt waargenomen. Bijvoorbeeld een uitslaande brand, of een smeulbrand. Een smeulbrand kan overgaan in een uitslaande brand, soms zelfs pas na uren. Daarom is dit type brand zeer verraderlijk. Omgekeerd kan ook: een brand met vuur kan (nadat de vlammen zijn gedoofd) overgaan in een smeulbrand, met alle gevaren van dien.

Een andere indeling van brand is een indeling naar de soort brandstof: een indeling in zogenaamde 'brandklassen'. Er zijn 4 brandklassen: Klasse A, B, C en D. Deze indeling is voor het blussen de belangrijkste. Het is namelijk in hoofdzaak de soort brandstof, en dus de brandklasse, die bepalend is voor het te gebruiken blusmiddel. We bespreken de brandklassen hieronder kort. Bij iedere brandklasse treft u het internationale pictogram aan.

Klasse A: Branden van vaste stoffen van hoofdzakelijk organische oorsprong, die in het algemeen met gloei- of vuur- en rookverschijnselen gepaard gaan. Voorbeelden: brand van hout, papier, textiel, plastics, enzovoorts. Bij brand in woonhuizen is meestal sprake van deze soort brand.

Klasse B: Branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen. Er zijn twee groepen te onderscheiden:


Klasse C: Branden van gassen, zoals aardgas, butaan en LPG.

Klasse D: Branden van metalen, zoals magnesium en aluminium. In woonhuizen komen deze branden vrijwel niet voor.

Let op! Branden die in of nabij elektrische apparatuur ontstaan, zijn niet in een aparte klasse ingedeeld. Vaak gaat het om klasse A-branden. Omdat er elektriciteit in het geding is, is slechts een beperkt aantal blusstoffen voor deze klasse A-branden geschikt.

Na enige informatie over blussen in het algemeen en over kleine blusmiddelen voor toepassing in de woning (2), en over draagbare blustoestellen (3) komen we bij het bespreken van de verschillende blusstoffen (3.2) terug op de vraag wat u het beste kunt gebruiken voor de verschillende brandklassen.

2 Zelf blussen
Een brand blussen betekent niet automatisch: water erop gooien. U kunt de brand daarmee alleen maar erger maken. In sommige gevallen is het zelfs levensgevaarlijk. Enige kennis van zaken is dus belangrijk. In dit hoofdstuk leest u het een en ander over het principe van brandblussen en over de verschillende kleine blusmiddelen en over de vershillende kleine blusmiddelen die geschikt zijn voor gebruik in en om de woning.

2.1 Het principe van blussen
Als u de condities kent waaronder een brand ontstaat, dan weet u ook hoe u de brand kunt blussen. Een brand kan alleen ontstaan als tegelijkertijd voldaan is aan de volgende voorwaarden:

De warmte zorgt ervoor dat een vaste stof of een vloeistof gedeeltelijk verdampt of ontleedt. De gasvormige bestanddelen gaan een reactie aan met zuurstof (verbranding). De warmte die vrijkomt, leidt ertoe dat er opnieuw brandstof verdampt of ontleedt. Zo wordt de verbranding in gang gehouden. Daarbij is de verhouding tussen brandbaar gas en zuurstof van belang; bij een bepaalde verhouding kan een mengsel van die twee zelfs explosief zijn. De verbranding kan soms worden vertraagd of versneld door bepaalde stoffen, zogenaamde negatieve en positieve katalysatoren.

2.2 Hoe blust u een brand?
Wie een brand wil blussen, neemt één of meer van de voorwaarden weg die nodig zijn voor het ontstaan ervan. Zo kunt u:

De werking van de kleine blusmiddelen berust op een of meer van deze mogelijkheden.

2.3 Kleine blusmiddelen
Kleine blusmiddelen geschikt voor toepassing in de woning (of auto, caravan, boot) zijn:

3 Draagbare blustoestellen
Er zijn verschillende soorten draagbare blustoestellen te koop. De werkingsduur (10 tot 60 seconden), het bereik (3 tot 5 meter), ook wel genoemd de worplengte, en de kracht van de worp zijn afhankelijk van het type en de grootte.
Er zijn twee typen te onderscheiden:


3.1 Eisen aan draagbare blustoestellen
Blustoestellen vallen onder het Besluit Draagbare Blustoestellen (1986) krachtens de Brandweerwet (1985). Op ieder blustoestel moet een duidelijk etiket aanwezig zijn, met vermelding van het volgende:


3.2 Blusstoffen
Verschillende stoffen worden gebruikt voor het blussen van branden. Maar geen enkele blusstof is voor alle branden geschikt. Van de meest voorkomende blusstoffen bespreken we nu de belangrijkste eigenschappen. In het overzicht verderop vindt u welke blusstof het beste gebruikt kan worden voor de verschillende brandklassen. De volgende blusstoffen worden kort besproken:

Een tot op heden veel toegepaste, veelzijdige blusstof 'halon' laten we buiten beschouwing. Het gebruik ervan is niet langer toegestaan wegens het schadelijke effect op de ozonlaag.
Water : Water is voor klasse A-branden (die in woonhuizen het meest voorkomen) een zeer goede blusstof: effectief, meestal volop voorhanden en relatief goedkoop. De werking berust op afkoelen. Afkoelen kost enige tijd. Gebruik altijd een nevel of een sproeistraal. Stop zo nu en dan. Een harde ononderbroken straal zorgt voor onnodige blusschade! Er zijn ook zogenaamde waterblussers! Er zijn ook zogenaamde waterblussers (alleen gevuld met water) te koop.
Water mag nooit gebruikt worden voor het blussen van:


Zand : Zand kunt u in veel gevallen gebruiken. Bovendien is het goedkoop. Zand sluit de brand af van de lucht en dus ook van de zuurstof. Het is niet geschikt voor branden van apparatuur die onder spanning staat.
Poeder : Poeder is een vrij universele blusstof met een groot blusvermogen. De werking berust op vlamafbreking. Er zijn twee soorten poeder:

Het poeder is niet geleidend en is daarom ook geschikt voor het blussen van branden in of nabij apparatuur die onder spanning staat. Het blussen met poeder vereist enige vaardigheid. Poeder irriteert de huid, open wonden, ogen en slijmvliezen. Het veroorzaakt blusschade, onder meer in de vorm van een witte (vettige) neerslag. Het schoonmaken van spullen met blusschade kunt u het beste overlaten aan daarin gespecialiseerde bedrijven (de kosten worden doorgaans door de brandverzekering vergoed).
Kooldioxyde (CO²) : Kooldioxyde of 'koolzuur' is een gas dat tot vloeistof is samengeperst, verpakt in een stalen cilinder. Behalve een klein beetje vast koolzuur (koolzuursneeuw) komt kooldioxide als gas vrij (het zelfde gas als in spuitwater). De bluswerking berust op het verdringen van de lucht (zuurstof), zodat de brand verstikt. Het is geschikt voor kleine branden van de klassen B en C, en voor branden waarbij elektriciteit in het geding is. Het laat geen resten na. Het vlamstadium verdwijnt echter pas als het percentage zuurstof in de lucht, ter plaatse van de vlam, is gedaald tot 12%. Maar dit percentage is ook schadelijk voor de mens! Houd daar rekening mee, vooral in kleine ruimtes.
Het blusvermogen is beperkt. De blusstof biedt geen bescherming tegen hittestraling. Ook werkt het niet verkoelend. Het is daarom niet geschikt voor vaste stoffen; die zullen na enige tijd weer op nieuw vlam vatten.
Schuim : Schuim is een combinatie van drie produkten: water, schuimvormend middel en lucht. Het schuim vormt een schuimfilm en sluit daarmee de luchttoevoer af. Het is een goede blusstof voor klasse A- en B-branden. Het geeft weinig blusschade. Er is een grote verscheidenheid aan schuimvormende middelen, met elk hun specifieke eigenschappen. Vanwege het grote aandeel water is schuim niet geschikt voor branden waarbij elektriciteit is betrokken.
3.3 Gebruik van draagbrare blustoestellen
Draagbare blustoestellen zijn eenvoudig te bedienen. Toch is het raadzaam er eens mee te oefenen. Denk daarbij aan het volgende:
Algemeen geldt:

Voor water geldt:


Voor poeder geldt:

Voor schuimblussers geldt:

Voor koolzuurblussers geldt:


3.4 Aankooptips


4 Ten slotte